De ziekte van Parkinson (ZvP) is een veelvoorkomende en toenemende aandoening in de bevolking. Wanneer men aan iemand vraagt of hij/zij/hen een persoon kent met de ziekte van Parkinson zal dan ook steeds vaker het antwoord ‘ja’ zijn. Het meest gekende symptoom zal voor velen dan wellicht het beven van de handen zijn. Sommigen zullen het ook associëren met het vaker vallen en het verlies van evenwicht. Velen weten echter niet dat de ZvP ook wordt gekenmerkt door heel wat motorische en cognitieve symptomen. Uit de literatuur blijkt dat de cognitieve symptomen (bv. concentratiestoornissen) en de motorische symptomen (bv. het verlies van evenwicht) die de ZvP kenmerken, een duidelijke overlap tonen met de symptomen bij personen met een evenwichtsstoornis. Hierdoor wordt bij personen met de ZvP vermoed dat het evenwichtssysteem een link heeft met het vaker vallen bij deze populatie. Doordat er nog geen studies werden uitgevoerd die het volledige evenwichtssysteem van personen met de ZvP in kaart hebben gebracht, was dit overkoepelend onderzoek een must. Er kon met dit onderzoek geen eenduidig antwoord worden gegeven op de vraag of evenwichtsproblemen vaker voorkomen bij personen met de ZvP dan bij gezonde controlepersonen. Wel kon dit onderzoek enige evidentie aantonen dat het belangrijk is om evenwichtsproblemen bij personen met de ZvP vroegtijdig op te sporen en te behandelen. Personen met de ZvP ervaren namelijk een hoge impact van duizeligheid op het dagelijks leven. Het tijdig opstarten van evenwichtstherapie kan op die manier zorgen voor een vermindering van de evenwichtsproblemen. Alle delen van het evenwichtssysteem werden getest bij 17 personen met de ZvP (11 mannen en 6 vrouwen, gemiddelde leeftijd: 64.26 jaar) en 17 gematchte gezonde controlepersonen (gemiddelde leeftijd: 64.27 jaar). Een uitgebreide testbatterij werd bij de participanten afgenomen. Hierbij werd zowel het gehoor, het evenwicht als de visus beoordeeld. Eén test uit de visuele testbatterij toonde een opvallend verschil ten nadele van de ZvP groep, waaruit bleek dat de oogbewegingen van de ZvP groep minder accuraat waren qua morfologie. Een test die de evenwichtsfunctie van de participanten in kaart bracht, vertoonde ook opmerkelijke verschillen voor de ZvP groep ten opzichte van de controlegroep. Er werden verlengde latenties en verkleinde interpiekamplitudes waargenomen bij de ZvP groep. Het meest opvallende verschil tussen de ZvP groep en de controlegroep werd waargenomen in de Dizziness Handicap Inventory (DHI) vragenlijst. De DHI is een gevalideerde vragenlijst die de impact van duizeligheid op het dagelijks leven nagaat. De participant krijgt hierbij 25 zinnen voorgelegd die gekoppeld zijn aan verschillende domeinen, namelijk het functionele, emotionele en fysieke domein. Op die manier wordt het effect van duizeligheid en het verlies van evenwicht nagegaan. In dit onderzoek werd een belangrijk verschil waargenomen voor de totaalsore van de DHI. Personen met de ZvP hadden op deze vragenlijst een opvallend hogere totaalscore in vergelijking met de controlegroep. Dit betekent dat duizeligheid een grotere impact heeft op het dagelijks leven bij personen met de ZvP. De resultaten uit dit onderzoek tonen ons dan ook het belang aan van een vroegtijdige diagnose van de evenwichtsproblemen opdat evenwichtstherapie tijdig kan worden opgestart bij personen met de ZvP.