Een kwalitatief onderzoek naar de ervaringen van kinderen met een (cheilognato)palatoschisis omtrent logopedische therapie in de eerste lijn voor het elimineren van compensatoire spraakstoornissen

De Raeve Manon, 2022
Ervaringen van kinderen met een gespleten (lip, kaak en) verhemelte omtrent logopedische therapie Kinderen die geboren worden met een gespleten (lip, kaak en) verhemelte kunnen problemen ondervinden op verschillende functionele domeinen, waaronder articulatie. Om deze articulatiestoornissen te behandelen, volgen kinderen vaak een jarenlang logopedisch behandelingstraject. Nadat de kinderen in het ziekenhuis worden gediagnosticeerd, worden ze gewoonlijk doorverwezen naar logopedisten in de eerste lijn. Dit zijn logopedisten die de kinderen behandelen in hun privépraktijk. Hun percepties over de logopedische behandeling van kinderen met een gespleten (lip, kaak en) verhemelte werden door eerder onderzoek in kaart gebracht. Ze beschrijven vooral een gebrek aan betrouwbare informatie, waardoor ze twijfels en gevoelens van professionele onzekerheid ervaren. Logopedisten in de eerste lijn hebben immers vaak weinig ervaring met het behandelen van kinderen met een gespleten (lip, kaak en) verhemelte en zouden daarom graag advies krijgen van de logopedisten uit het ziekenhuis. Studies naar de ervaringen van ouders van kinderen met een gespleten (lip, kaak en) verhemelte vermelden een hoge tevredenheid over de logopedische behandeling en het resultaat van deze behandeling. De therapie zorgt namelijk voor een verbetering van de spraakverstaanbaarheid van hun kinderen. Desondanks halen ouders ook enkele praktische en emotionele moeilijkheden aan die gepaard gaan met de behandeling. Ze geven aan dat de therapie een belangrijke impact heeft op hun dagelijks leven en dat van hun kinderen. De literatuur over de ervaringen van de kinderen zelf met de logopedische behandeling is zeer beperkt. Toch is het ook belangrijk om hun perspectieven in kaart te brengen en op die manier tegemoet te komen aan hun noden en verwachtingen. De huidige studie onderzocht daarom de percepties en ervaringen van kinderen met een gespleten (lip, kaak en) verhemelte omtrent de logopedische therapieën. Om de beleving van de kinderen te exploreren, werden bij zes kinderen tussen 5;4 en 12;3 jaar interviews afgenomen die peilden naar verschillende aspecten van de behandeling. De gegevens uit de interviews werden geanalyseerd, geïnterpreteerd en bediscussieerd door twee onderzoekers met een verschillende achtergrond en ervaring. De bevindingen van deze studie liggen in lijn met de perspectieven van de ouders. De meeste kinderen staan positief tegenover de logopedische behandeling. Toch ervaren ze, naast positieve gevoelens, ook angstgevoelens en onzekerheid. Bovendien geven kinderen, net zoals hun ouders, aan dat de logopedische behandeling interfereert met hun dagelijks leven en ervaren ze de therapie als een belasting. Logopedisten proberen de kinderen te motiveren met materiële beloningen (bijvoorbeeld stickers), maar uit de interviews blijkt dat de kinderen deze beloningen geen meerwaarde vinden. Uitdaging en variatie op vlak van oefeningen daarentegen zijn wel cruciale therapie-elementen. Daarnaast kunnen, opvallend genoeg, slechts weinig kinderen het belang van de logopedische therapie verwoorden. Ze lijken geen link te leggen met hun articulatieproblemen. Hierdoor rijst de vraag of de kinderen de rationale achter de therapie voldoende begrijpen. Dit leidt tot het advies aan logopedisten om de kinderen de opzet van de therapie en het doel van de specifieke oefeningen duidelijk uit te leggen. Dit kan de motivatie van de kinderen verhogen en mogelijk leiden tot een betere therapietrouwheid. Bijgevolg kunnen de therapieresultaten verbeteren. Bovendien is het belangrijk ook ouders maximaal te betrekken tijdens het behandelingstraject, zowel binnen als buiten de therapie. Zo kunnen ouders de therapiesessies observeren of zelfs participeren aan bepaalde oefeningen. Daarnaast is het aangewezen dat kinderen thuis oefenen onder begeleiding van hun ouders. De kinderen vertellen echter dat ze liever therapie volgen zonder hun ouders en dat het huiswerk een te grote last voor hen vormt. Tot slot is er ook een ander therapiemodel in opmars: hoogfrequente logopedische therapie. Kinderen volgen dan dagelijks één uur therapie gedurende een korte periode. Verschillende onderzoeken bewezen alvast de effectiviteit en voordelen van dit model. Toch maken sommige ouders zich zorgen om deze hoge therapie-intensiteit en ook kinderen lijken deze intensiteit als belastend te ervaren. Het informeren en ondersteunen van ouders, kinderen en logopedisten vormt een belangrijke eerste stap voor de implementatie hiervan in de praktijk. Door rekening te houden met de verschillende richtlijnen geformuleerd op basis van deze studie kan de logopedische behandeling beter afgestemd worden op de noden en ervaringen van de kinderen.

Promotor Kristiane Van Lierde
Opleiding Logopedische en Audiologische Wetenschappen
Domein Logopedie
Kernwoorden kwalitatief onderzoek Gespleten (lip, kaak en) verhemelte Percepties van kinderen Logopedische therapie