Mapping van patiënten met een psychiatrische problematiek binnen de thuisverpleging (A)
Theunis An, 2022
Wereldwijd lijden heel wat mensen aan een psychiatrische aandoening. Een deel daarvan heeft een ernstige, persisterende psychiatrische aandoening en behoort daarmee tot de ‘EPPA-populatie’. Vaak is er sprake van comorbiditeit met een of meerdere somatische aandoeningen. Deze patiënten komen terecht in verschillende zorgvormen, waaronder de eerstelijnszorg en meer bepaald de thuisverpleging. Er zijn weinig gegevens beschikbaar over psychiatrische patiënten binnen de thuiszorg. Dit onderzoek heeft als doel hier een antwoord op te geven. Aan de hand van reële patiëntengegevens van het Wit-Gele Kruis Oost-Vlaanderen wordt nagegaan hoeveel patiënten een psychiatrische diagnose hebben en wat hun profiel is. Het profiel wordt in kaart gebracht aan de hand van demografische gegevens en comorbiditeit, zowel met andere psychiatrische diagnosen als somatische diagnosen. Daarnaast wordt nagegaan of de data geschikt is om patiënten met een EPPA-profiel te identificeren. 4,29% van de patiënten van Wit-Gele Kruis Oost-Vlaanderen heeft een psychiatrische problematiek. 1,16% van de patiënten van Wit-Gele Kruis Oost-Vlaanderen heeft geen (geregistreerde) somatische diagnose. Patiënten met een psychiatrische problematiek zijn gemiddeld meer dan 5 jaar in zorg bij het Wit-Gele Kruis en de gemiddelde leeftijd is 66 jaar. Een patiënt zonder somatische diagnose is hoogstwaarschijnlijk in zorg bij het Wit-Gele Kruis omwille van de psychiatrische problematiek. Thuisverpleegkundigen hebben bijgevolg voldoende expertise, tijd en ruimte nodig om gepaste en kwalitatieve zorg te verlenen. De duurtijd geeft aan dat de problemen persisterend zijn. Het feit dat iemand zorg nodig heeft, geeft aan dat die persoon niet helemaal zelfstandig functioneert. Indien dit het gevolg is van de aandoening, kan de aandoening als ernstig gezien worden. Deze factoren geven aan dat een deel van deze patiënten tot de ‘EPPA-populatie’ behoort. Vaak zijn de thuisverpleegkundigen degenen die het meeste contact met de patiënt hebben. Ze komen aan huis waardoor ze niet enkel de patiënt zien, maar ook de context waarin de patiënt leeft. Hierdoor kunnen ze signalen als eerste opvangen en is het belangrijk dat ze deze kunnen herkennen en signaleren bij bijvoorbeeld de huisarts of specialist. Thuisverpleegkundigen komen regelmatig in contact met de eventuele mantelzorger. De vermaatschappelijking van zorg impliceert dat patiënten meer opgevangen worden door hun omgeving. Mantelzorgers hebben hier een belangrijke rol in, maar hebben vaak nood aan ondersteuning. Kortom psychiatrische patiënten binnen de thuisverpleging verdienen voldoende aandacht, kwalitatieve zorg en ondersteuning voor hun mantelzorgers.
Promotor | Kenneth Chambaere |
Opleiding | Management en Beleid van de Gezondheidszorg |
Kernwoorden | Psychiatrische aandoening Thuisverpleging Eerstelijn EPPA comorbiditeit deïnstitutionalisering |