A comparison of linear and non-linear gait analyses in distinguishing people with Parkinson's disease from healthy controls
Gautama Sarah, 2023
De ziekte van Parkinson is de tweede meest voorkomende neurodegeneratieve ziekte en zal de komende jaren nog meer toenemen. Bij mensen met deze aandoening sterven de zenuwcellen die dopamine produceren steeds meer af, waardoor de communicatie tussen verschillende delen van de hersenen moeizamer verloopt. Dit heeft als gevolg dat bewegingen vertragen, kleiner en stroever worden en automatische bewegingen die normaal vanzelf gaan, zoals stappen, niet meer vanzelfsprekend zijn. Heel typisch bij de ziekte van Parkinson is de verstoorde gang. Wat normaal gezien een automatisch aangestuurde beweging is, gaat door de ziekte steeds moeizamer. Dit wordt vaak gezien als een zeer impactvolle beperking op de kwaliteit van leven van een persoon. Vaak kenmerkt de gang zich door kleine, schuifelende stapjes en trage bewegingen, waardoor er een verhoogd valrisico is. Deze, zoals in het Engels genoemde ‘Parkinsonian gait’ komt typisch voor in de latere stadia van de ziekte. Toch kunnen er al subtiele veranderingen van het gangpatroon waargenomen worden in het begin van de ziekte. Door het gebruik van gedetailleerde objectieve metingen kunnen deze kleine verschillen opgemerkt worden, zodat er al in een vroeg stadium ingezet kan worden op gerichte revalidatie en valpreventie. Toch is er momenteel nog geen duidelijkheid over welke methode het meest geschikt is hiervoor. Daarom is het waardevol om verschillende methodes onderling te vergelijken en hun potentiële meerwaarde voor mensen met Parkinson te onderzoeken. Binnen deze studie werd er gekeken naar 14 verschillende parameters die gebruikt worden om het gangpatroon te analyseren. Hierbij wordt er een onderscheid gemaakt tussen (1) spatiotemporele parameters, waarbij de afstand en de tijd tussen twee stappen gemeten worden, (2) variabiliteit van de gang, waarbij gemeten wordt hoe groot de variaties zijn van deze parameters, (3) non-lineaire parameters, die variaties van het gangpatroon weergeven overheen de tijd. Deze laatste kunnen de vloeiendheid, regelmatigheid en stabiliteit van het gangpatroon weergeven en dus een meer verdiepende kijk geven op het stappatroon dan wanneer enkel spatiotemporele parameters, zoals staplengte en stapsnelheid bekeken worden. Voor de opzet van dit onderzoek werden er 10 Parkinsonpatiënten en 10 gezonde controles van dezelfde leeftijd gevraagd om op een loopband met virtuele omgeving te stappen, waarbij de loopband zich aanpaste aan de snelheid van de deelnemers. Op basis van data vanuit de krachtplaten in de loopband, konden de 14 parameters berekend worden. Hierbij werd bekeken hoe goed ze de Parkinsonpatiënten van de gezonde controles konden onderscheiden. Ondanks de positieve resultaten uit vorig onderzoek werden er binnen dit onderzoek geen significante verschillen gevonden in het gangpatroon van Parkinsonpatiënten in vergelijking met gezonde controles. Het gangpatroon van de twee groepen was zeer gelijkaardig en toonde zelfs voor de meer uitgebreide analyses, waarvan een hogere gevoeligheid verwacht werd, weinig verschillen. Dit hoeft niet zozeer te liggen aan het onvermogen van de meetmethodes om de gang van Parkinsonpatiënten in kaart te brengen, maar kan liggen aan de methodologie van de studie. Er werden belangrijke beïnvloedende factoren opgemerkt binnen de onderzoeksmethodologie, wat een richtlijn kan geven voor toekomstige studies. We benadrukken het belang van het verkennen van niet-lineaire parameters voor een betere vroege detectie van motorische problemen bij Parkinson.
Promotor | Remco Baggen |
Opleiding | Revalidatiewetenschappen en Kinesitherapie |
Domein | Revalidatie en kinesitherapie bij ouderen |
Kernwoorden | Ziekte van Parkinson spatiotemporele parameters non-lineaire analyses ganganalyse |