Regelgeving en medische criteria voor rijgeschiktheid ten gevolge van een cerebrovasculaire aandoening
Matthieu Loes, 2023
Bij een beroerte krijgt een deel van de hersenen geen zuurstof doordat een bloedvat verstopt raakt of scheurt. Hierdoor kan een persoon op het moment zelf een aantal symptomen vertonen die met het terug herstellen van de zuurstoftoevoer naar de hersenen kunnen verbeteren of aanwezig kunnen blijven en dus eventueel levenslang voor gebreken kunnen zorgen. Mensen kunnen na het doormaken van een beroerte dus hinder ondervinden bij het uitvoeren van dagdagelijkse taken, bijvoorbeeld bij het besturen van een auto als hij of zij een verlamd lidmaat heeft. Om de veiligheid op de weg te garanderen, mag een persoon in België volgens de wet minstens zes maanden na een beroerte niet met de wagen rijden. Dit wordt echter vaak als buitenproportioneel ervaren, aangezien de huidige behandelingsopties een pak beter zijn geworden dan toen deze wet ingevoerd werd. In deze masterproef werd onderzocht of een aanpassing aan deze wetgeving mogelijk en wenselijk is. Eerst werd de wetgeving rond rijgeschiktheid na een beroerte en de praktische uitvoering ervan in een aantal landen bekeken om te zien of er al betere alternatieven bestaan. Hierbij viel op dat er een grote variatie in bestaat. Zo wordt in sommige landen geen periode van een verplicht rijverbod ingevoerd, terwijl andere landen dit wel doen. Nederland heeft hierbij de kortste periode, namelijk twee weken, terwijl België de langste periode voorziet. Wat alle landen wel gemeenschappelijk hebben, is dat een persoon die na het doormaken van een beroerte een beperking blijft overhouden die de rijgeschiktheid kan aantasten eerst door een team van professionals onderzocht moet worden alvorens hij of zij opnieuw een wagen mag besturen. Hierna werden de resultaten van een aantal studies over rijgeschiktheid na een beroerte samengevat. Er werd vastgesteld dat een beroerte een aantal gevolgen met zich mee kan brengen die effect kunnen hebben op de rijvaardigheid van een persoon, zoals het verlengen van de remtijd. Desondanks veroorzaken personen na het doormaken van een beroerte niet vaker auto-ongevallen dan de gemiddelde mens. Een optimaal tijdsinterval tussen het optreden van een beroerte en het terug beginnen autorijden is nog niet gevonden. Wel werden een aantal factoren geïdentificeerd die kunnen voorspellen of een persoon na het doormaken van een beroerte opnieuw met de wagen zal rijden, waardoor bij deze personen extra ingezet kan worden op revalidatie. Op vlak van revalidatie bestaan er immers al een aantal mogelijke programma’s. Ook bestaan er een aantal testen die de rijgeschiktheid van een persoon kunnen beoordelen, waardoor artsen hier een betere inschatting van kunnen maken. Een rijverbod kan bovendien een aantal negatieve gevolgen met zich mee brengen. De maatschappelijke meerwaarde van deze masterproef is dat een aanpassing van de Belgische wetgeving omtrent rijgeschiktheid na een beroerte voorgesteld wordt. Aangezien er momenteel geen bewijs bestaat dat personen die na het doormaken van een beroerte slagen voor een grondig, multidisciplinair rijgeschiktheidsonderzoek meer auto-ongevallen veroorzaken dan de gemiddelde bestuurder, is er geen wetenschappelijke basis voor het opleggen van een rijverbod van zes maanden. Door deze periode van rijongeschiktheid te verkorten, zullen de frustraties bij zowel artsen als patiënten minder hevig zijn. Bovendien wordt de re-integratie van de patiënt in de maatschappij zo minder belemmerd en kunnen de nadelige effecten van een rijverbod, zoals het frequenter optreden van depressieve gevoelens doordat de zelfstandigheid afneemt, tot een minimum beperkt worden. De levenskwaliteit van deze patiënten zal aldus verhoogd kunnen worden. Een persoon zal na het doormaken van een beroerte bovendien sneller zijn job kunnen hervatten (indien telewerk geen optie is) en terug kunnen bijdragen aan de maatschappij.
Promotor | Dimitri Hemelsoet |
Opleiding | Geneeskunde |
Domein | Neurologie |
Kernwoorden | CVA rijgeschiktheid wetgeving |