Aanpak en screening tijdens het eerste trimester van zwangeren met een verhoogd risico op Gestationele Diabetes Mellitus.
Roelandts Oceane, Roobaert Felix, 2023
Maatschappelijke outreach Zwangerschapsdiabetes komt steeds vaker voor wereldwijd. In Vlaanderen krijgt ongeveer 9,5% van de zwangeren te kampen met de diagnose. Bij de zwangere is dit typisch van voorbijgaande aard, al is het wel gelinkt aan een groter risico op het ontwikkelen van diabetes na de zwangerschap. Bij de baby daarentegen kan het leiden tot overmatige insulineproductie als compensatiemechanisme. Insuline fungeert dan ook als een groeihormoon, waardoor de baby te groot wordt. Een te grote baby kan problemen veroorzaken tijdens de bevalling. Zwangerschapdiabetes kan zowel ontstaan bij zwangeren die een verhoogd risico hebben op de aandoening als bij zwangeren met een laag risico. Enkele van de risicofactoren zijn: zwangerschapsdiabetes in een vorige zwangerschap, overgewicht, gevorderde leeftijd, het gebruik van bepaalde geneesmiddelen… Het identificeren van risicogroepen is essentieel om complicaties bij zowel moeder als kind te voorkomen, alsook om overmedicalisering te vermijden. Zomaar iedereen behandelen is dus geen oplossing, aangezien de behandeling zowel de maatschappij als de patiënt financieel belast. Een gebalanceerde aanpak is cruciaal: te veel behandelen brengt onnodige kosten met zich mee, maar te weinig behandelen kan leiden tot hogere kosten op lange termijn geassocieerd met een toenemende incidentie van diabetes type 2. Effectieve preventieve zorg is daarom van groot belang. Onze hypothese is hoe vroeger een behandeling gestart kan worden in de zwangerschap, hoe beter de zwangerschapsuitkomsten zullen zijn. Momenteel wordt de diagnose in de meeste gevallen pas gesteld tussen de 24e en 28e week. We hebben onze hypothese proberen te bevestigen door middel van een literatuurstudie. Uit ons onderzoek is gebleken dat behandeling in het eerste trimester mits nuchtere bloedsuikerwaarden van de zwangerschap geen betekenisvolle verbetering van de zwangerschapsuitkomsten opleverde. Een meer doelgerichte aanpak voor een kleinere hoogrisicogroep lijkt veelbelovend. Daarom stellen we voor om verschillende factoren te combineren om de hoogrisicogroep te identificeren, namelijk: de nuchtere bloedsuikerwaarden, andere bloedparameters en de individuele kenmerken van de patiënt. Deze doelgerichte aanpak met behandeling van een kleinere risicopopulatie kan zorgen voor een aanzienlijke verbetering in gezondheidswinst en economische winst voor de maatschappij. Momenteel dient er niets aangepast te worden aan de screeningstechnieken naar zwangerschapsdiabetes tot er voldoende bewijs is dat dit zorgt voor een verbetering in zwangerschapsresultaten.
Promotor | Griet Vandenberghe |
Opleiding | Geneeskunde |
Domein | Pediatrie |
Kernwoorden | Screening gestationele diabetes mellitus eerste trimester risicogroepen |