Borstkanker is zowel in België als wereldwijd een veel voorkomende vorm van kanker bij vrouwen, met een aanzienlijke impact op de volksgezondheid. Verschillende risicofactoren dragen bij aan het risico op borstkanker. Aangezien er meerdere vormen bestaan en dit een invloed heeft op de behandelingsopties, is het belangrijk om de tumorkenmerken steeds in kaart te brengen. De behandeling van borstkanker kent meerdere modaliteiten: chirurgie, chemotherapie, anti-hormonale therapie en radiotherapie. De prognose van borstkanker is doorgaans goed, maar in enkele gevallen treedt toch een herval op. Dit recidief kan zich op afstand bevinden (metastasen), regionaal in de klieren of op de plaats van de originele tumor (in loco-recidief). In deze review ligt de focus op de laatste situatie. Wanneer patiënten voor hun primaire tumor reeds bestraald werden, was tot op heden de gouden standaard om de volledige borst chirurgisch te verwijderen bij herval. In deze review onderzoeken we wat de mogelijkheden zijn qua herbestraling. Verschillende technieken worden afzonderlijk besproken: brachytherapie, intra-operatieve radiotherapie, externe radiotherapie (partieel en whole breast) en tot slot hyperthermie als mogelijke radiosensitizer. Enkel over hyperthermie werden enkele studies met palliatief doel gevonden, de andere studies onderzochten steeds patiënten die curatief behandeld werden. Zowel de invloed van deze technieken op de overleving en lokale controle, als de acute en late toxiciteit werden bestudeerd. Het merendeel van de geïncludeerde studies waren echter retrospectief en niet gerandomiseerd, met bovendien zeer heterogene populaties en kleine sample-sizes. Er werd dus geconcludeerd dat verder prospectief en gerandomiseerd onderzoek, zowel in de curatieve als palliatieve setting, sterk aangewezen is. Deze review werd geschreven met als doel om het huidig wetenschappelijk bewijs rond herbestraling bij in loco-recidief borstkanker in kaart te brengen. Op heden ontbreken namelijk nog duidelijke richtlijnen hierover. Er wordt getracht een aanbeveling te doen tot verder onderzoek, aangezien uit de resultaten bleek dat geen enkele techniek of fractioneringsschema op heden voldoende evidentie kent.