Gedragsmodellen ter verklaring van de omgang met niet-ioniserende elektromagnetische straling.
Hoffman Famke, 2023
Hoe omgaan met burgers die bang zijn van hoogspanningslijnen? Heel wat burgers liggen wakker van straling, zoals die van hoogspanningslijnen en elektrische apparaten. Dit blijkt ook nu weer naar aanleiding van het Ventilus-project. Naast deze actuele discussie, leven steeds meer mensen in angst voor niet-ioniserende straling in het dagelijkse leven. Dit kan een grote impact hebben op hun gezondheid en algemeen welzijn. Denk bijvoorbeeld aan iemand die niet naar het ziekenhuis wil omdat daar te veel elektrische apparaten gebruikt worden, of mensen die zich thuis isoleren omwille van hun angst om blootgesteld te worden aan straling. De straling afkomstig van hoogspanningslijnen is extreem lage frequentie elektromagnetische straling (ELF-EMV). Wanneer de blootstellingsnormen gerespecteerd worden, zijn er geen gezondheidsrisico’s vastgesteld voor volwassenen. Er is echter wel een statistisch verband gevonden tussen blootstelling aan deze straling en het optreden van leukemie bij kinderen. Tot op heden is er geen bewijs voor causaliteit gevonden. Deze bevinding wekt natuurlijk wel bezorgdheid op. Velen onder ons zijn niet overtuigd van de veiligheid van hoogspanningslijnen en gaan zich in meer of mindere mate proberen beschermen tegen de straling. Daarom is het, ondanks de resultaten van wetenschappelijk onderzoek, toch zinvol om na te gaan waarom we sceptisch zijn over de veiligheid van ELF-EMV. Social Cognitive Theory (SCT) lijkt het beste gedragsmodel om de omgang met de risico’s van ELF-EMV te verklaren. Wanneer we beslissen hoe we omgaan met een mogelijk gezondheidsrisico, spelen verschillende factoren een rol. Ten eerste hebben we heel wat verwachting over wat de gevolgen zijn van ons al dan niet te laten blootstellen aan straling: gevolgen voor onze gezondheid, ons sociaal leven en ons zelfbeeld. Een gevolg voor de gezondheid is bijvoorbeeld het risico op kanker, vermijden van blootstelling kan dan weer impact hebben op het bijwonen van sociale activiteiten. Ons zelfbeeld kan bijvoorbeeld beïnvloed worden door de mate waarin ons gedrag overeenkomt met onze gestelde doelen. Sociostructurele of omgevingsfactoren beïnvloeden ons gedrag ook; bijvoorbeeld de installatie van hoogspanningslijnen in de buurt of de optie om ergens anders te gaan wonen of werken waar minder straling is. Dit alles, samen met de overtuiging dat we ons gedrag kunnen aanpassen, beïnvloeden onze doelstellingen. Deze doelstellingen alsook de afzonderlijke factoren bepalen dan weer ons gedrag. Dit model kan gebruikt worden in de toekomst voor risico- en communicatiemanagement, zodat een effectievere communicatie met de burger mogelijk is.
Promotor | Els De Waegeneer |
Opleiding | Geneeskunde |
Kernwoorden | gedragsmodellen niet-ioniserende elektromagnetische straling |