Neonatal Brachial Plexus palsy and its impact on participation

De Meulenaere Imanni, Stroobant Koen, Van Damme Lucile, 2022
Kinderen, die tijdens de geboorte een verlamming van de arm oplopen, verkiezen andere sporten. Kinderen die tijdens de geboorte een verlamming aan hun arm hebben opgelopen, sporten evenveel als gezonde kinderen, maar hun voorkeuren liggen anders. Een neonataal plexus brachialis letsel (NPBL) is een letsel dat kinderen tijdens hun geboorte oplopen aan een zenuwbundel in hun nek. Afhankelijk van de ernst van het letsel hebben deze kinderen een gehele of gedeeltelijke verlamming van hun arm. Uit onderzoek is gebleken dat ondanks een matige functie van de arm deze kinderen toch deelnemen aan een gevarieerd aanbod sporten. De meest voorkomende zijn voetbal, zwemmen en tennis, terwijl dansen, lopen en fietsen veel minder voorkomen. Hoe komt dit precies? Kinderen met NPBL zullen ofwel vlugger sporten kiezen waarbij ze hun arm niet of minder belasten zoals voetbal ofwel kiezen ze sporten waarbij ze kunnen compenseren zoals zwemmen en tennis. Bij tennis wordt er vaak gespeeld met de arm die geen letsel heeft opgelopen, bij zwemmen wordt er eerder gecompenseerd door meer gebruik te maken van andere lidmaten. Een tweede reden waarom zwemmen veelvoorkomend is, is omdat het aangeraden wordt door zorgverleners gezien het wetenschappelijk bewezen is dat zwemmen goed is voor kinderen met bijvoorbeeld schouderproblemen. De belangrijkste reden waarom ze bepaalde sporten minder verkiezen is omdat ze meer problemen hebben met balans en coördinatie. De reden hiervoor is een asymmetrie in hun armen, schouders en bovenste deel van de romp waarbij ze aan één zijde minder kracht, bewegingsvrijheid en een verminderde armzwaai hebben. Bij sporten zoals lopen heeft de verminderde armzwaai de grootste invloed, terwijl bij dansen eerder de asymmetrie voor balansproblemen zorgt. Wegens het grotere risico op letsels worden contactsporten eerder vermeden. Verder zien we dat kinderen met NPBL gemiddeld één tot twee sporten beoefenen in vergelijking met twee tot drie sporten bij gezonde kinderen. Dit resulteert in gemiddeld vijf tot zes uur per week besteed aan sport, terwijl dit bij gezonde kinderen gemiddeld negen uur per week is. Ook het totaal aantal jaar dat ze aan een sport besteden is gelijkaardig aan gezonde kinderen. Daarnaast is uit het onderzoek ook duidelijk geworden dat kinderen met NPBL niet sneller letsels oplopen dan de gezonde kinderen, maar wel dat ze meer angst hebben om deze op te lopen. Ook al zijn kinderen met NPBL beperkter in hun armfunctie, toch lijdt hun sportparticipatie hier niet onder. Vaak zullen ze wel sporten kiezen die aansluiten bij hun capaciteiten, maar dit resulteert niet in een lager niveau waarop ze sporten binnen de reguliere werking.

Promotor Ruth Van Der Looven
Opleiding Revalidatiewetenschappen en Kinesitherapie
Domein Revalidatie en kinesitherapie bij kinderen
Kernwoorden Neonataal plexus brachialis letsel sportpartcipatie sport survey PODCI